De Nederlandse landbouw staat voor belangrijke uitdagingen: minder emissie, meer biodiversiteit, een beter verdienmodel. En er is weinig ruimte beschikbaar in Nederland, het land zit behoorlijk vol. Als grootste gewas van Nederland vervult grasland diverse maatschappelijke functies. Meer beweiding en een betere benutting van gras draagt bij aan lagere kosten, meer biodiversiteit, een mooi landschap, minder ammoniakemissie en het sluiten van kringlopen. Dat is belangrijk voor de maatschappij, maar ook voor de boer. Omdat er verschillende belangen zijn, wordt het beheer van grasland ook ingewikkeld. Daarom werkt het praktijkgerichte onderzoek van het lectoraat Grasland en Beweiding aan de vraag: Hoe kunnen graslanden optimaal beheerd en benut worden om waarde te creëren voor maatschappij én ondernemer?
Het lectoraat onderzoekt technische en sociaaleconomische aspecten van grasland en beweiding samen met studenten, docenten, veehouders en bedrijfsleven. Ze richt zich daarbij op het tot waarde brengen van de verschillende functies van grasland en een optimale inzet van weidende koeien.
Omslag in denken en mindset
Van den Pol is actief betrokken bij een groot aantal meerjarige projecten op het gebied van grasland en beweiding. De mindset van de veehouder speelt daarbij een belangrijke rol. Als je begrijpt wat huidige en toekomstige veehouders beweegt, kun je oplossingen gaan bedenken voor belemmeringen. Daarbij kun je veel van elkaar leren, zowel nationaal als internationaal. Van dat laatste is het onlangs gestarte project 'Kennis voor grasland en beweiding' een mooi voorbeeld. Vier hogescholen, drie mbo’s, bedrijfsleven partners, veehouders én twee buitenlandse instellingen gaan samen op zoek naar handelingsperspectieven voor grasland en beweiding. Een ander mooi voorbeeld is het project Grazing4AgroEcology. In totaal zijn een kleine 20 partners tot en met 2025 aan dit project verbonden waaronder boerenorganisaties, voorlichtingsdiensten, onderwijs en onderzoek in landen als Frankrijk, Ierland, Duitsland, Portugal en Roemenië. In elk land haken groepjes veehouders aan. Doel is om vooral veel kennis en informatie uit te wisselen tussen de Nederlandse boeren onderling en met de internationale collega’s. Van den Pol: "Ierland is bijvoorbeeld een land dat vooroploopt op het gebied van graslandmanagement; zij leveren veel kennis en ervaring op dit gebied. In een land als Roemenië is juist veel biodiversiteit. Samen kom je verder en kun je meer stappen zetten. Het is natuurlijk ook zo dat veel thema’s op het gebied van grasland en beweiding niet bij de grens ophouden. Klimaat is daar een mooi voorbeeld van. Je moet er gezamenlijk iets mee doen."