"De eerste snede inkuilen, een mooi kalf bij een goede koe en de aardappeloogst die binnen is. Mooie momenten in de bedrijfsvoering, die je wat Methorst betreft vooral moet vieren met elkaar. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld het aangaan van een maatschapscontract. Hoe mooi is het dat je kunt vieren dat er een opvolger is of opvolgers zijn die verder willen met het bedrijf? Dan is bijvoorbeeld een etentje een moment om dat als gezin te vieren."
Daarmee wil Methorst de onzekerheid in boerenfamilies door onder andere de stikstofproblematiek en problemen met gewasbescherming voor bepaalde teelten zeker niet afzwakken. "We weten dat het niet vanzelf gaat, dat er van alles op de sector afkomt waar je niet of nauwelijks invloed op hebt. Los daarvan heb je wél invloed op de sfeer in je eigen samenwerking. Daar kun je aan bijdragen, je voor inzetten. In een goede sfeer samenwerken, met elkaar momenten weten te vieren, kan er aan bijdragen dat je makkelijker met elkaar in gesprek gaat over plannen en investeringen. En mogelijk helpt het je dan ook als opvolger of overdrager om makkelijker het gesprek aan te gaan over bedrijfsovername."
Compliment uitdelen
Wat kun je doen om je samenwerking te ‘vieren’ en waarom is dit belangrijk? Volgens agrocoach Wim van Uum begint ‘vieren’ in het klein. "Het begint met elkaar waarderen en respecteren", zegt Van Uum. "Dat is naar binnen gericht, in je eigen samenwerking, gezin. Geef of krijg je bijvoorbeeld wel eens een compliment? Die opdracht geef ik regelmatig aan families als het gaat over de communicatie in het gezin. Doe dat maar eens, geef eens een compliment, ga dat eens durven. En dan hoeft de ander alleen maar ‘dank je wel’ te zeggen. Een compliment geven doet iets met je en met degene die het krijgt. Die ervaart ‘Ik word gezien, gehoord, ik tel mee’, daar zit een stuk erkenning in dat ieder mens nodig heeft."
Alle ‘key-momenten’, zoals de agrocoach zegt, zou je moeten vieren. Bijvoorbeeld een grote investering in het bedrijf of een bedrijfsovername. Daar maakt Van Uum bij de bedrijfsovernames die hij begeleidt ook een bijzonder moment van. "Het is mooi als de opvolger kan uitspreken dat hij/zij zijn ouders respecteert om wie ze zijn en het fundament dat ze hebben gelegd erkent. En dat de opvolger dankbaar is dat hij/zij het bedrijf van hen over mag nemen. Ouders spreken vervolgens makkelijker naar de opvolger vertrouwen uit."
Omgeving
"Natuurlijk is het zo dat alles in beweging is, dat er van de land- en tuinbouw van alles wordt gevraagd", zegt Van Uum. "Hoe stel jij je daarin op? En hoe houden we het met elkaar toch leuk en gezellig en doen we waar we goed in zijn? Meebewegen is wat aan ondernemers wordt gevraagd, maar dat kan alleen vanuit het positieve. Degenen die dat kunnen zijn de blijvers in de sector. En zij vertellen graag hun verhaal." Zo komt Van Uum bij de open dagen op agrarische bedrijven, bijvoorbeeld van Friesland Campina, waar hij ook een element van ‘vieren’ in ziet. "Je vertelt trots over je bedrijf, dat je samen met je familie uitoefent." Dan wordt het vieren groter dan in het eigen gezin, meer naar buiten toe, wat ook een functie heeft. Van Uum: "Je boert niet op jezelf of op een ‘eiland’, maar hebt te maken met de omgeving. Waar wil jij je omgeving deelgenoot van maken, wat deel je, waar laat je in ‘mee vieren’? Een mooi voorbeeld vind ik ook het uitnodigen van de hele buurt als je een feestje geeft vanwege een koe die de 10.000 kilogram vet/eiwit heeft behaald of als je een open dag houdt vanwege een nieuwe stal of loods. Daarvóór, dus voordat je die nieuwe stal of loods wilt bouwen, kun je je buren uitnodigen om hen deelgenoot te maken van je plannen en commitment te vragen."
Groeien
Een heel andere manier van ‘vieren’ koppelt Van Uum aan de ontwikkeling die studenten van Aeres Hogeschool doormaken. "Begin je met 18, 19 jaar aan de opleiding, dan werk je in eerste instantie aan je bewustzijn; wat doe ik en wie ben ik. Richting het tweede jaar worden studenten zich bewuster van hun omgeving en wat zij daarin kunnen doen of betekenen. Ze gaan daarin dingen oppakken, dingen eigen maken. Daarover ga je in gesprek of in discussie met je ouders, bent steeds meer gesprekspartner over onderwerpen die het bedrijf aangaan. Op een andere manier dan toen je net met de studie begon want je bent je bewuster van wat je wilt en kunt en weet dat ook in de praktijk uit te voeren. Die ontwikkeling, die groei, die ‘key momenten’ kun je met elkaar vieren of je waardering voor uitspreken. In die vier jaar leer je ook je emoties beter kennen, je leert er beter mee om te gaan en je leert complimenten te geven en sorry te zeggen. Ook het werken in intervisie-groepen maken je een volwassener gesprekspartner."
In de afgelopen zes, zeven jaar ervaart Van Uum dat agrarische families eerder bij hem aankloppen om in alle openheid familiegesprekken te voeren, ruim voor gesprekken over bedrijfsovername. "Dat wordt ingegeven door de jongere generatie", aldus de agrocoach. "Zij zijn steeds beter opgeleid en willen in gesprek met ouders en andere kinderen over de toekomst van het bedrijf, over plannen die zij hebben. Daar hebben ze het ‘gereedschap’ voor gekregen tijdens hun opleiding. Dat je met elkaar – al dan niet met een coach - het open gesprek aangaat, is de winst van met elkaar kunnen ‘vieren en waarderen’."
Reacties