Visser ziet dat er door maatschappelijke druk steeds meer aandacht is voor problemen/issues bij (gezelschaps)dieren die door menselijk gedrag ontstaan, zoals bijvoorbeeld stress of gezondheidsproblemen. Een bekend voorbeeld is overgewicht bij gezelschapsdieren. Natuurlijk vinden honden het lekker om tussendoortjes te krijgen of wat over is lekker op te smikkelen. Maar overgewicht leidt ook bij huisdieren tot veel gezondheidsproblemen.
,,Meer inzicht krijgen in de interactie tussen mens en dier en een bijdrage leveren aan het welzijn van dieren. Over dat eerste is weinig bekend op dit moment, maar dit is net zo belangrijk als het gebruik van goede materialen. Ik denk dat het goed is dat er meer richtlijnen komen over hoe de mens moet omgaan met dieren. Als je dan op een bepaalde manier handelt, weet je dat het voor mens en dier goed is. We hebben de plicht te zorgen dat dieren geen pijn lijden. Wij hebben een geluksgevoel als we weekend hebben. Waarom zou een paard hier geen recht op hebben?”, aldus Visser.
Binnen haar onderzoek werkt ze ook intensief samen met studenten van Aeres Hogeschool Dronten en Hulphond Nederland. Ook werken studenten mee aan onderzoek naar het paardenwelzijn bij dierondersteunde activiteiten en therapieën.
Onderzoek op drie niveaus ’s
Visser heeft haar plannen voor de komende jaren ondertussen goed uitgewerkt en wil op drie verschillende niveaus aan de slag. Niveau 1 is het dierniveau. Er wordt vooral gekeken naar hoe het dier zich voelt, daarbij wil ze naast de gedragsobservaties ook gebruik maken van de nieuwste sensortechnologie. Niveau 2 is gericht op de mens- dier interactie zelf. Waarom is de ene persoon wel een goede match met een specifieke hond en de andere persoon niet? Het laatste niveau, niveau 3 richt zich op de maatschappij. Een groeiende groep mensen ‘vindt iets van dieren’. Zo zijn er steeds meer actiegroepen die zich bijvoorbeeld richten op de intensieve veehouderij, maar ook op de paardensector.