Studenten in gesprek

Hogescholen starten onderzoek klimaatadaptieve biodiverse leefbare en gezonde steden

Date

Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA heeft groen licht gegeven voor de start van het project Groenblauwe Stad. Het tweejarig onderzoek wordt uitgevoerd door Hogeschool Van Hall Larenstein, Aeres Hogeschool, Hanzehogeschool, HAS Green Academy en Hogeschool Inholland. Dit onderzoek, dat gericht is op het vergroenen en verblauwen van stedelijke gebieden, levert een bijdrage aan de kennis rond het klimaatbestendig maken van onze steden, het bevorderen van biodiversiteit en leefbaarheid, evenals het verbeteren van de gezondheid van de bewoners.

Klimaatadaptieve steden

Meer groen (natuur) en blauw (water) in en om de stad helpt om steden klimaatbestendig te maken. Zo dragen groenblauwe maatregelen in de stad, zoals groene daken, wadi's, regentuinen en waterparken bij aan het verminderen van wateroverlast, droogte en hittestress in stedelijke gebieden. Tegelijkertijd dragen deze maatregelen bij aan het versterken van de biodiversiteit, het verbeteren van de leefbaarheid en het bevorderen van de gezondheid van de bewoners.

Praktische handvatten

Groenblauwe structuren versterken en meer activeren voor mens en natuur is een urgente opgave volgens Gideon Spanjar, lector Innovatie & Groenstedelijke Ruimte bij Aeres Hogeschool. “Er is behoefte aan bijna 1 miljoen woningen tot 2030 en deze dienen veelal in de stad gebouwd te worden. Dit zet extra druk op onze bestaande groenblauwe structuren die ook essentieel zijn om ons te wapenen tegen klimaatverandering en aan biodiversiteitsherstel te werken. Een integrale aanpak vraagt om het in beeld brengen van effectieve maatregelen en het tijdig betrekken van verschillende expertises.  Daarom zijn naast Spanjar (projectleider vanuit Aeres Hogeschool) nog drie Aeres Hogeschool-lectoren verbonden aan dit onderzoek: Mirka Macel (lectoraat Weerbare planten), Miguel Dionisio (lectoraat Waterkwaliteit) en Jetske de Boer (lectoraat Ecologisch Wijs)”. 

“Er is behoefte aan bijna 1 miljoen woningen tot 2030 en deze dienen veelal in de stad gebouwd te worden. Dit zet extra druk op onze bestaande groenblauwe structuren die ook essentieel zijn om ons te wapenen tegen klimaatverandering en aan biodiversiteitsherstel te werken.

Gideon Spanjar, Lector Innovatie & Groenstedelijke Ruimte bij Aeres Hogeschool

Gideon Spanjar

Projectleider Saskia Heins, senior onderzoeker aan Hogeschool Van Hall Larenstein: ‘’Hoewel de voordelen van groenblauwe maatregelen algemeen bekend zijn, worden ze nog niet vanzelfsprekend en op grote schaal toegepast. Met het onderzoek "Groenblauwe Stad" willen we als hogescholen praktische handvatten ontwikkelen voor het toepassen van deze groenblauwe maatregelen”. 

Casestudies verspreid over Nederland

Uitgangspunt van het onderzoek is de al bestaande kennis rond effectiviteit en toepasbaarheid van groenblauwe maatregelen. Welke best-practices zijn er bijvoorbeeld al bekend? Vanuit deze bestaande kennis wordt gekeken wat hiervan toegepast kan worden in vijf casestudiegebieden verspreid over Nederland: Almere (i.s.m. Gemeente Almere en Waterschap Zuiderzeeland), Rotterdam – Zoetermeer, Groene Metropoolregio Amsterdam, Groene Metropoolregio Arnhem – Nijmegen en Noord-Nederland. Bij deze casestudieaanpak, aangevuld met effectmetingen en belevingsonderzoek, staat het leren van elkaar centraal. Om kennis uit te wisselen organiseren de onderzoekers een Groenblauwe Safari langs de verschillende casestudiegebieden en een slotsymposium, zodat de nieuw opgedane kennis ook landt in de rest van Nederland.

Samenwerking en financiering

De vijf hogescholen werken binnen het onderzoek samen met diverse casestudiepartners en overkoepelende deelnemers aan de Learning Community. Financiering komt vanuit het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in coördinatie met het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)) en van de consortiumpartners.