Eigenlijk had ze al langer de ambitie om lector te worden voordat iemand haar wees op de vacature bij Aeres Hogeschool in Almere. Vanuit haar rol binnen Wageningen University & Research had zij al diverse keren samengewerkt met mensen van Aeres Hogeschool. Toen er een vacature vrij kwam voor lector twijfelde ze geen moment. "Het was tijd voor een volgde stap en de thematiek van het lectoraat paste heel goed bij mij", legt Esther uit.
Het focusgebied van de lector was voedsel in een stedelijke context. Esther onderzocht hoe de sociale en fysieke voedselomgeving een gezonder en duurzamer dieet kan stimuleren. Specifieke interesse ligt daarbij in menselijke routines en hoe deze routines te veranderen. Het lectoraat heeft de afgelopen jaren op diverse vlakken onderzoek gedaan, maar veel onderzoek vond plaats in de gemeente Almere: met lokale partijen en mét en vóór de inwoners.
Pionieren
Net als dat Flevoland bekend staat om zijn pioniers, was het voor Esther ook pionieren de eerste periode van haar lectoraatschap. Gemeente Almere financierde haar lectoraat en FlevoCampus was opdrachtgever. Zo bestudeerde ze de voedselstrategie van Almere en nam ze de doelen en richting van FlevoCampus mee. Daarnaast wilde Esther vanuit het onderzoek aansluiten bij het onderwijs van Aeres Hogeschool. En had ze zelf ook een aantal thema’s waar ze onderzoek naar wilde doen. Onder meer de multiculturele samenleving die zo kenmerkend is voor Almere. Voor deze doelgroep kon Esther al snel aan de slag. Bij FlevoCampus lag een database met interviews rondom de multiculturele samenleving die zij goed kon gebruiken.
Voedselkeuzegedrag stimuleren
Daarnaast is het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken deelnemer aan een grootschalig onderzoek onder mbo-studenten. In co-creatie met deze studenten ontwerpt de onderzoeksgroep interventies voor deze doelgroep om plantaardig voedselkeuzegedrag te stimuleren. Dit project speelt zich af in vier Nederlandse regio’s: Brabant, Zuid-Holland, Metropool Regio Amsterdam en Noord-Nederland. In elke regio werken hbo’s en mbo’s samen.
Op de vraag op welk project Esther het meest trots is, meldt ze dat ze er niet zomaar één kan uitpikken. "Onderzoek moet niet alleen van achter het bureau plaatsvinden. De ene keer ben je met een onderzoek bezig binnen een meer wetenschappelijk kader. Een volgende keer ben je meer met jongeren in de praktijk bezig. Het is juist de combinatie die mijn werk zo mooi maakte."
De onderzoeksprojecten waar Esther mee bezig was, waren soms groot en soms wat kleiner. Haar doel was vooral om de kleinere projecten samen te voegen tot een groter verhaal, wat al met al mooie resultaten heeft opgeleverd. Zo maakte het project ‘de multiculinaire voedselomgeving’ duidelijk dat de Almeerse voedselomgeving (bijna) alles biedt wat mensen nodig hebben om te eten wat ze willen eten.
Een ander project - ‘Voedsel en Armoede’ - gaf inzicht in voedselroutines van mensen met een lagere sociaaleconomische positie. Hoe eten deze mensen, hoe zouden ze willen eten en welke belemmeringen ervaren ze daarin? Gebaseerd op workshops in Bern heeft de onderzoeksgroep in Almere twee workshopochtenden georganiseerd. Op die manier wilden ze mensen met beperkte financiële middelen zelf aan het woord laten en van hen leren - van hun visie op de problematiek, en hun manier om daar mee om te gaan.
Esther heeft gedurende haar lectoraatsperiode ook veel samengewerkt met studenten. "In totaal hebben circa 30 studenten een bijdrage geleverd aan onze onderzoeken, onder meer als stagiaire of afstudeerder. We hebben hier ook veel positieve reacties op ontvangen. Studenten vonden het heel interessant en leerzaam. Bovendien heeft het hen veel waardering en vertrouwen gegeven. Daar ben ik heel blij mee", vertelt Esther.